Oorsprong

De oorsprong van het Systemisch Werk ligt bij Bert Hellinger. Hellinger onderzocht systemen en ontwikkelde een methode om hiermee te werken. Hij ontwikkelde het systemisch werken in eerste instantie voor het werken met families: familieopstellingen, later bleek dit ook op organisaties van toepassing (organisatieopstellingen).

Wat is Systemisch Werk?

De mens is een sociaal wezen en we zijn vanaf onze conceptie onderdeel van verschillende groepen of systemen. Eerst je gezin, dan de rest van je familie, school, studie, werk, vrienden, sportverenigingen enzovoorts. Binnen al deze systemen zijn bepaalde ongeschreven regels: Waar praten we wel en niet over, welk gedrag is ok en welk niet, wie is de leider, wie geeft en wie ontvangt meer? Deze systemen werken het best als er aan de ‘regels’ wordt voldaan en bij systemisch werk kijken we naar waar dit niet gebeurt.

Gezin van Herkomst

Veel van onze onbewuste overtuigingen, gedragingen en patronen vinden hun oorsprong in het systeem waarin we zijn opgegroeid, ons gezin van herkomst. We hebben bekrachtigende en beperkende patronen uit loyaliteit uit ons gezin meegenomen. Deze patronen kom je in je huidige leven weer tegen binnen nieuwe systemen zoals je relatie of je werk. Met familieopstellingen kun je deze onbewuste patronen weer zichtbaar maken, doorvoelen en vaak kan je dan een ander antwoord gaan geven.

Een krukje met drie poten

Je kan systemen zien als een krukje met drie poten. Als alle poten even lang zijn staat de kruk stabiel. Zo niets staat het scheef en zit het niet meer lekker. Deze drie ‘poten’ in systemen zijn:

  • Iedereen heeft een plek.
  • Er is een orde van belangrijkheid.
  • Er is een balans tussen geven en nemen.

Plek

Iedereen heeft een eigen plek. Op het moment dat leden van het systeem niet de plek hebben waar ze ‘horen’, ontstaan verstrikkingen. Een verstrikking is een verwikkeling in een systeem die belemmerend werkt. Het zichtbaar maken van een verstrikking geeft de mogelijkheid hierin verandering te brengen. De plek in het systeem is essentieel. Het vinden en innemen van de eigen juiste plek wijzigt oude remmende patronen, maakt het mogelijk verstrikkingen op te heffen en stelt je instaat jouw plek in het leven te nemen.

Een voorbeeld van zo’n verstrikking is een medewerker die zich leidend en dominant opstelt en daarin aan zijn leidinggevende passeert. Hij gaat daarmee van zijn plek als medewerker af en neemt een niet-passende rol aan. Dit zorgt geheid voor conflicten op de werkvloer.

Ordening

De ordening van een systeem gaat op anciënniteit(=De eerste die kwam is de belangrijkste voor het systeem). De oprichter van een bedrijf is belangrijker dan de schoonmaker. Niet als mens natuurlijk, maar wel voor het voortbestaan van het bedrijf. In een familie is de vader (traditioneel gezien) de belangrijkste omdat hij voor geld en stabiliteit zorgt. Tegenwoordig kan dit net zo goed de moeder zijn. Het is ieder geval niet het jongste kind. Als deze ordening niet erkent wordt, geeft dit problemen.

Een voorbeeld hiervan is als een man scheidt nadat hij kinderen heeft gekregen. De nieuwe partner komt later het systeem binnen dan de kinderen van de eerste partner. De kinderen komen in de orde dus voor de nieuwe partner en de loyaliteit van vader moet dus in de eerste plaats bij de kinderen liggen. Dit gebeurt niet altijd en zal voor jaloezie en machtsstrijd zorgen tussen de kinderen en de nieuwe partner.

Balans tussen geven en nemen

De balans tussen geven en nemen bestaat in twee vormen. In de horizontale lijn moeten geven en nemen in balans zijn. Vrienden waar je elke keer weer in investeert maar waar nooit wat op terugkomt zullen uiteindelijk uit je leven verdwijnen. Ook als je je beseft dat iemand veel meer voor jou doet als jij voor hem, zal je je schuldig voelen en ofwel deze disbalans willen opheffen of je zult je verder afscheiden van diegene.

In de verticale lijn, zoals tussen ouders en kinderen, moet er juist een disbalans zijn. De ‘grote’ geeft meer, de ‘kleine’ ontvangt meer. Veel kinderen hebben toch de neiging om voor hun ouders te zorgen of ze te sparen. Dit kan allerlei consequenties hebben voor hoe ze hun verdere leven leiden.

Hoe werkt een opstelling?

Bij ontmaskerd maken we onderscheid tussen twee soorten opstellingen: grote en kleine. Grote opstellingen worden alleen gedaan binnen de bedding van de leerlijn. In de meeste andere workshops wordt met kleine opstellingen gewerkt.

Twee belangrijke begrippen bij opstellingen zijn:

Vraagsteller: De persoon om wie de opstelling draait.
Representant: Deelnemers die als stand-in gevraagd worden voor verschillende rollen in de opstelling van de vraagsteller.

Grote opstellingen:

Een grote opstelling begint met een vraagsteller en zijn vraag. De begeleider besluit samen met de vraagsteller wie uit zijn gezin van herkomst wordt opgesteld, met mogelijke toevoegingen als: de potentiële partner, de stagnatie, emoties of het hart. De vraagsteller kiest intuïtief een representant voor elke rol. Hij zet ze neer in de ruimte en daardoor ontstaat een representatie van het innerlijke beeld van de vraagsteller.

Onverklaarbaar als het is, gaan de representanten dingen ervaren die passen bij de persoon of rol die ze representeren. Zo krijgt de vraagsteller helderheid over de huidige situatie. Door verschillende interventies kan de begeleider weer beweging in het systeem krijgen en blokkades en stagnaties doorbreken. Zo’n traditionele opstelling kost van begin tot eind ongeveer een uur.

Workshops Systemisch Werk Opstellingen
Kleine opstellingen:

Ontmaskerd werkt ook veel met kleine opstellingen. Vaak gaat het dan om een opstelling rond een vast thema, in drie- of viertallen. Kleine opstellingen zijn zo ontworpen dat er meerdere tegelijk kunnen ‘lopen’. In normale workshops zijn dit er meestal vier maar dit kan oplopen tot tien opstellingen tegelijkertijd.

Kleine opstellingen voltrekken zich in stilte, zonder (veel) interventie van de begeleiders. Ze duren in de regel een minuut of tien.

Dit is vaak al genoeg om iets helder te maken over de relatie van de vraagsteller tot het thema van de workshop. De patronen zijn vaak meteen zichtbaar.

Zelf eens ervaren?

Opstellingen zijn eigenlijk niet uit te leggen. Ontmaskerd geeft geregeld workshops waarin we met opstellingen werken en waar je het zelf kan ervaren. Ontmaskerd biedt op dit moment alleen ‘grote’ opstellingen aan in het kader van de Leerlijn.  Kleinere opstellingsvormen zitten in (bijna) alle workshops verwerkt. Zie de agenda voor meer informatie.